Rasstandaard van de Engelse Cocker Spaniel


Rasstandaard

Hoe de hedendaagse Cocker Spaniel er uit zou moeten zien vinden we terug in de FCI-rasstandaard. Deze is terug te vinden op de site van het FCI onder groep 8 sectie 2 English Cocker Spaniel. De standaard heeft als nummer 005. De laatste wijziging werd doorgevoerd op 28.10.2009. Aan de hand van deze rasstandaard zal ik de meest typerende uiterlijke kenmerken van de Engelse Cocker Spaniel bespreken onder Uiterlijke kenmerken

Oorsprong : Groot-Brittannië
Gebruik : Opstoothond
FCI classificatie : Groep 8 : Retrievers, Opstoothonden, Waterhonden - Sectie 2 : Opstoothonden. Met werkproef.
Algemeen beeld : Opgewekt (merry), robuust, sportief, goed in balans, compact. 
Gedrag/temperament : Opgewekt van aard met een altijd kwispelende staart die een een typische bezige beweging / bedrijvig gangwerk maakt, in het bijzonder wanneer een geurspoor gevolgd wordt / hij wild op het spoor is, zonder angst voor zware dekking. Zacht en aanhankelijk, vol leven en uitbundig. Cockers zijn meegaand, intelligent en levendig, ze hebben een goede neus en zijn dol op water.

 

Uiterlijke kenmerken

IblisDe Engelse Cocker Spaniel is een jachthond en meer specifiek een opstoothond. Hij heeft dan ook verschillende eigenschappen die rechtstreeks verband houden met zijn taak om het wild op te sporen en op te stoten. 

Belangrijke proporties : De Engelse Cocker is een stevige jachthond die evenredig en compact gebouwd is. De afstand van de schoft (schoudertoppen) tot de grond is ongeveer dezelfde als die van de schoft tot de staartaanzet (zie figuur links).

Grootte en gewicht : De reuen hebben een schofthoogte tussen 39 en 41 cm, de teven tussen 38 en 39 cm. Het gewicht van de volwassen Engelse Cocker ligt normaal gezien tussen de 12,5 en 14,5 kg. 

 

 


De nummers komen terug in de tekst hieronder

 

Hoofd en schedel

De schedel is goed ontwikkeld, mooi/zuiver besneden en niet te fijn en niet te grof. De voorsnuit is vierkant [1] met een uitgesproken/afgetekende stop [2] die net in het midden tussen de neuspunt en achterhoofdsknobbel (occiput) ligt (zie figuur links). De Cocker heeft een sterk ontwikkeld reukvermogen. De neus is voldoende wijd voor een optimaal reukvermogen. Zijn kaken zijn sterk en zijn wangen zijn afhangend/niet uitpuilend. De jukbeenderen steken niet uit. Hij heeft een perfect, regelmatig en compleet schaargebit, d.w.z. dat de boventanden de onderste tanden overlappen en recht in de kaak geplaatst zijn. De ogen zijn vol maar niet uitpuilend. Ze zijn donkerbruin of bruin van kleur. Ze zijn nooit licht tenzij in het geval van bruin gepigmenteerde Cockers (leverkleurig, leverschimmel en lever met wit) zijn de ogen donker hazelnootkleurig in harmonie met de vachtkleur. De ogen hebben een intelligente en vriendelijke/zachtaardige uitdrukking, maar ook attentvol/alert, helder en opgewekt/vrolijk. De oogleden/oogranden zijn strak aansluitend/aangesloten. De oren zijn lobvormig en laag aangezet ter hoogte van de ogen [3] (zie figuur links). De dunne oorlappen reiken tot aan de neuspunt en zijn goed bedekt/bevederd met lang, stijl zijdeachtig/sluik haar (zie figuur links). De lange oren geven de Cocker een schattig en vertederend uiterlijk, maar deze hebben ook een functie bij  het  jagen :  de  oren houden de lucht vast die jachthonden opdoen in het veld (zie figuur rechts). Wanneer de Cocker geuren opspoort vallen de oren als het ware om de voorsnuit en langs de neus zodat de geur niet weg kan waaien.

Hals

De gematigd lange hals moet goed gespierd zijn om wild te kunnen apporteren. De hals gaat vlot over in mooi schuinliggende schouders [4]. Er is geen keelhuid. 

Lichaam

Het lichaam is sterk en compact. De ruglijn is vlak, vast, evenwijdig met de bodem [6] en loopt van het einde van de lendenen tot de staartaanzet iets af [7]. De lenden zijn kort en breed. De Cocker heeft een diepe en goed ontwikkelde borstkas (ruime borstdiepte) die niet te breed en niet te smal is ter hoogte van de voorborst. Hij heeft ook goed ontwikkelde/gewelfde ribben. Reuen moeten twee waarneembare testikels hebben die volledig in het scrotum zijn ingedaald.

Ledematen - voorhand

De benen van de voorhand hebben goede botten, zijn recht en redelijk kort – maar niet te kort – voor geconcentreerde kracht [5]. Ze zijn niet te kort zodat ze een belemmering zouden vormen voor de buitengewone inspanningen die van deze voortreffelijke sporthond/jachthond verwacht worden. De schouders liggen schuin (goed aanliggend) en zijn fijn. 

Ledematen - achterhand

De benen van de achterhand hebben goede botten en zijn breed, goed gerond en zeer gespierd. Het kniegewricht heeft een goede hoeking (goed gebogen) [9]. De hak is kort vanaf het hielgewricht [8] zodat de Cocker voldoende kan stuwen. 

Voeten

De vier voeten (dus zowel de voorvoeten als de achtervoeten) hebben stevige dikke voetzolen en lijken op kattenvoeten [10].

Staart

De staart is iets lager dan de ruglijn aangezet en moet bij actie vrolijk/in beweging (als uitdrukking van het opgewekte karakter) zijn [11]. Hij wordt recht naar achteren (horizontaal) gedragen worden en nooit omhoog. Vroeger werd hij naar gewoonte gecoupeerd. Sinds 1 januari 2006 is het couperen van de staart verboden in België. 
Een gecoupeerde staart (nu verboden!) mocht nooit te kort zijn om het constante kwispelen bij het werken te verbergen, noch te lang zodat dit gehinderd zou kunnen worden.
Een ongecoupeerde staart is licht gebogen, van matige lengte, in verhouding met de lengte van het lichaam zodat het een geheel evenwichtige uitstraling geeft. Ideaal reikt de staart niet voorbij de hak (zie figuur rechts). De staart is sterk aan de basis en geleidelijk toelopend tot een fijne punt, goed bevederd in overeenstemming met de vacht. De staart is levendig in actie, wordt gedragen in een lijn niet hoger dan het niveau van de rug en nooit zo laag dat het op schuchterheid/bedeesdheid duidt.

Gangwerk - beweging

De Cocker heeft een werklijke ruime beweging met goede stuwing waarbij veel grond wordt beslagen.

Vacht en kleuren

De vacht is glad en zijdeachtig en nooit stug of gegolfd, niet te overvloedig en nooit gekruld en heeft een goede bevedering aan de vvorbenen, het lichaam, de benen (achterbenen boven de hak), de oren en de staart [12]

Verschillende kleuren zijn toegestaan zoals één- en meerkleurigen. Bij de eenkleurige is wit enkel toegestaan op de voorborst. Meer daarover in Kleuren.

Fouten 

Elke afwijking van de voorgaande punten moeten beschouwd worden als een fout en de strengheid waarmee de fout moet worden beoordeeld moet in nauwgezette verhouding staan tot haar ernst en invloed op de gezondheid en het welzijn van de hond en op de mogelijkheid om het traditioneel werk uit te voeren.

Diskwalificerende fouten

Agressief of te verlegen gedrag en elke hond die duidelijk fysieke of gedragsafwijkingen vertoont, moet worden gediskwalificeerd.

 

 

Copyright © 2008-2012 Felici Animali. All rights reserved.
Website & layout by Kristine Goossens


Top

Home  Back  Next E-mail